Losse stukjes of ‘loose parts’ hebben een aantrekkingskracht op jonge kinderen. Alles is mogelijk: keien, takken, plankjes, linten, ringen, wasspelden, lepels, buizen …
Wat zijn ‘loose parts’?
‘Loose parts’ zijn losse dingen die kinderen kunnen manipuleren, verplaatsen en combineren op oneindig veel manieren. Het gaat dus om veelzijdige materialen. Ze moeten niet op één vaste manier gebruikt worden, wat wel het geval is bij bijvoorbeeld een puzzel of een speelgoedauto. Kinderen kunnen zelf kiezen hoe ze spelen met de losse stukjes en zelf creaties maken.
De theorie van de losse stukjes
Landschapsarchitect Simon Nicholson (1971) formuleert de theorie als volgt: “De mate van vindingrijkheid, creativiteit en ontdekkingen die een omgeving uitlokt is afhankelijk van het aantal en het soort variabelen in die omgeving.” Wanneer in een omgeving alles statisch en vast is, dan lokt dit minder creatief spel uit dan wanneer kinderen vrij kunnen combineren.
Kijk maar wat wij er mee deden!!